Het koopgedrag van inwoners van Oost Nederland.. vóór corona.

Nieuwsbericht

Bron: KSO

Het nieuwe koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2019 geeft inzicht in het functioneren en verzorgingsbereik van de detailhandel aan de hand van ruim 56.000 ingevulde enquêtes door inwoners uit 53 gemeenten in Drenthe, Flevoland, Gelderland, Overijssel en haar randgebieden zo ook Duitsland. Het onderzoek is uitgevoerd door I&O Research. INretail had zitting in de begeleidingscommissie.

Het nieuwe koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2019 geeft inzicht in het functioneren en verzorgingsbereik van de detailhandel aan de hand van ruim 56.000 ingevulde enquêtes door inwoners uit 53 gemeenten in Drenthe, Flevoland, Gelderland, Overijssel en haar randgebieden zo ook Duitsland. Het onderzoek is uitgevoerd door I&O Research. INretail had zitting in de begeleidingscommissie.

De facts uit het Koopstromenonderzoek Oost- Nederland bij vergelijking 2019 met 2015:

  • Bestedingen toegenomen bij beperkte bevolkingsgroei (1,3%)
  • Bestedingen vloeien af naar online en dagelijks
  • Grootste ondersteunende winkelgebieden de positieve uitzondering in non-food
  • Daling sterkst bij grootste kernwinkelgebieden en grootschalige concentraties
  • In dagelijkse sector groei bij kleine ondersteunende winkelgebieden
  • Online bestedingen in 4 jaar bijna verdubbeld
  • Minder winkels meer horeca
  • Winkels gemiddeld groter door sluiting kleinere winkels, uitbreiding en vulling met dagelijks
  • Leegstandpercentage stabiel (7,6%), door minder winkels (-7%), minder lege verkooppunten (-10%)
  • Het aandeel leegstaande verkooppunten in centrale winkelgebieden nam toe, terwijl het in de ondersteunende winkelgebieden juist (fors) afnam.
  • Daling banen 2% in de detailhandel volledig voor rekening centrale winkelgebieden
  • Stijging aantal banen in de horeca (10%), vooral in ondersteunende gebieden waar aanbod sterkst steeg (+8%)
  • Koopkrachtbinding niet-dagelijkse sector 49%, daling in sterk stedelijke gemeenten, stabiel in niet stedelijke gemeenten
  • Koopkrachtbinding in dagelijkse sector nam toe, naar 87%, vooral in niet stedelijke gemeenten
  • Koopkrachttoevloeiing 39% van niet-dagelijks & 14% van dagelijkse bestedingen in gemeenten
  • Circa 1,8% van de consumentenomzet is ‘toeristisch’ (van buiten Oost-Nederland en randgebied)
  • Duitse omzet-toevloeiing 5% niet-dagelijks en 4% dagelijks, afvloeiing uit O-Nl naar Duitsland 1%.
  • Online afvloeiing in Oost-Nederland naar niet-dagelijks 21% en van dagelijkse bestedingen 1,9%
  • De afvloeiing naar online in Oost-Nederland steeg sterk, maar ligt lager dan in de Randstad
  • Inwoners van de stedelijke gebieden kopen vaker boodschappen online dan uit landelijke gemeenten
  • Consumenten uit Oost-Nederland verblijven vaak (70%) niet langer dan een uur in het winkelgebied
  • Voor alle type winkelgebieden is de auto het belangrijkste vervoermiddel. OV gebruik is zeer beperkt.
  • De zaterdag blijft meest prominente winkeldag, zondagswinkelen groeit, al varieert dit per gemeente
  • Men waardeert de winkelgebieden in Oost-Nederland gemiddeld met een 7,8. Wat vergelijkbaar en op sommige aspecten iets hoger ligt dan in 2015.
  • Modeaankopen worden in ruim 30% van de gevallen gecombineerd met een bezoek aan de supermarkt en/ of horeca gelegenheid.
  • Het centrum van Enschede heeft in Oost-Nederland het grootste marktaandeel in de niet-dagelijkse sector, gevolgd door het centrum van Zwolle. In de dagelijkse sector is Zwolle-Zuid de grootste trekker.

Klik hier voor een meer uitgebreide samenvatting

Reflectie

De ruimtelijke koopstromen worden kleiner omdat dagelijkse producten dichter bij huis worden gekocht en niet-dagelijkse producten vaker online ‘vanuit huis’ (met uitzondering van de toevloeiing vanuit Duitsland en/of toeristische bestedingen in winkels). In 2015 ging dit ten koste van de afvloeiing naar middelgrote centrale winkelgebieden, nu raakt het -op een enkele uitzondering na- ook de grote centrale winkelgebieden (binnensteden). Ook de grootschalige concentraties verloren terrein. De grote ondersteunende winkelgebieden konden juist rekenen op een groeiende belangstelling van de consument en lijken in bepaalde opzichten ook een stukje van de niet-dagelijkse functie van de kernwinkelgebieden over te nemen.

In de dagelijkse sector stabiliseerde de gemeentelijke binding tussen 2015 en 2019 en ging de toename van online (naar 2,1%) ten koste van de afvloeiing naar winkelgebieden in andere gemeenten. In de niet-dagelijkse sector nam de gemeentelijke koopkrachtbinding verder af tot 49%. Vooral de niet-dagelijkse binding aan de sterke stedelijke gemeenten nam fors af. Online niet-dagelijks ligt nu op 20,5%. Op een enkele uitzondering na treft die afvloeiing nu ook de grote kernen.

Voor de detailhandel in Oost-Nederland als geheel vertalen de ontwikkelingen zich naar een lager(re) vloerproductiviteit en minder werkgelegenheid.

Waar gaat het naar toe

Oost-Nederland kent de komende jaren op een aantal gemeenten na geen sterk stuwende demografische groei. Ook aan de toeristische toevloeiing en de toevloeiing uit Duitsland zitten grenzen. Bovendien is de verwachting dat de online markt de komende jaren nog enigszins doorgroeit, doordat nieuwe cohorten makkelijker online kopen. Daarnaast zitten er nog ‘harde’ plannen in de pijplijn om aanbod toe te voegen. Opmerkelijk is dat veel plannen zich juist richten op grootschalige concentraties. Denk daarbij aan grootschalige bouwmarkten als dan niet gecombineerd met een tuincentrum. Aan de rand van het onderzoeksgebied komt bovendien een factory-outlet.

De opgaven

Hoewel er op veel plekken werd gesneden in het winkelaanbod, ligt er in Oost-Nederland nog een (grote) opgave in het compacter maken van de kernwinkelgebieden. Een deel van de winkeliers kan een dalende vloerproductiviteit deels compenseren door een dalende huur en door eigen (lokale) online activiteiten. Naar verwachting zal dit niet voor alle ondernemers soelaas bieden.

De functie van grotere kernwinkelgebieden lijkt te verschuiven. De detailhandel vormt steeds vaker slechts een onderdeel van een integraal pakket aan consumentenvoorzieningen (wonen, horeca, cultuur, zorg, studie et cetera). De aanwezigheid en het functioneren van deze complementaire consumentenvoorzieningen zijn hiermee medebepalend voor de positie en het perspectief van het winkelgebied. Ook winkelvestigingen staan an de vooravond van een functieverandering. Winkels fungeren steeds vaker als showroom, ontmoetingsplek, servicepunt, afhaal/retourpunt of als uithangbord voor de formule. In deze nieuwe realiteit moeten winkelgebieden vanuit hun eigen karakter en aansluitend op hun eigen specifieke doelgroep een positie kiezen. Waar het ene winkelgebied zich kan profileren op functionaliteit (bereikbaarheid, parkeren, gemak en comfort) liggen de kansen voor een ander winkelgebied in onderscheidend winkelaanbod waarmee zij een specifieke doelgroep weten aan te spreken. Voor weer andere gebieden is het juist de recreatieve kant van de markt waar de perspectieven liggen. Denk hierbij aan de kleinere kernwinkelgebieden in toeristische regio’s.

Check de ontwikkelingen in je eigen winkelgebied!

factsheets van 53 gemeentes, 99 kernen en 185 winkelgebieden in Oost-Nederland

  • Wat zijn de bestedingen in mijn gebied online en offline?
  • Waar komen de bestedingen in mijn gemeente vandaan en waar gaan ze naar toe?
  • En welke waardering geven consumenten mijn winkelgebied?
  • Hoe heeft het winkelaanbod zich ontwikkeld en de leegstand?
  • Welk vervoersmiddel wordt gebruikt en wat is de gemiddelde verblijfsduur?

 En gebruik de online-tool om gemeenten, kernen en winkelgebieden te vergelijken op www.kso2019.nl

Op naar een landelijke beeld van koopstromen

In vrijwel alle provincies vinden periodiek koopstroomonderzoeken plaats uitgevoerd door diverse marktpartijen, veelal in opdracht van overheden. Om te komen tot meer uniformiteit heeft het IPO (intrerprovinciaal overlegorgaan) een ‘Afsprakenkader landelijke richtlijnen Koopstromenonderzoek’ opgesteld. Dit maakt vergelijkingen tussen uitkomsten eenvoudiger. In het vervolg hierop ontwikkelt Retail Insiders, in opdracht van de Retail Agenda, een dashboard waarin resultaten uit de diverse onderzoeken worden geclusterd en koopstroomgegevens vanuit de verschillende onderzoeken eenvoudig kunnen worden vergeleken. Het landelijke dashboard zal in de loop van 2020 beschikbaar komen op retailinsiders.nl. Het KSO Oost-Nederland 2019 is volgens het afsprakenkader uitgevoerd en maakt hier te zijner tijd onderdeel van uit.


Deel deze pagina

Koopstromen Retailsector